ECLI:NL:HR:2004:AP4491

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C03/199HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen de Gemeente Bergeijk inzake schadevergoeding door onrechtmatige daad

In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door haar advocaten mr. H.H. Barendrecht en later mr. H.J.R. Reinders, de Gemeente Bergeijk gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Eiseres vorderde schadevergoeding voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van een onrechtmatige daad van de Gemeente. Deze onrechtmatige daad bestond uit het verplichten van eiseres tot het gebruik van een schadelijk houtverduurzamingsmiddel zonder de vereiste veiligheidsnormen in acht te nemen. De rechtbank heeft de vordering van eiseres op 5 oktober 2001 afgewezen, waarna eiseres in hoger beroep ging bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 15 april 2003 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en F.B. Bakels, en is op 15 oktober 2004 in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

15 oktober 2004
Eerste Kamer
Nr. C03/199HR
JMH/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: eerst mr. H.H. Barendrecht,
later: mr. H.J.R. Reinders,
t e g e n
DE GEMEENTE BERGEIJK,
gevestigd te Bergeijk,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. B. Meijer.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploot van 1 oktober 1999 verweerster in cassatie - verder te noemen: de Gemeente - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch en - na wijziging van eis bij conclusie van repliek - gevorderd de Gemeente te veroordelen tot vergoeding van de schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, door [eiseres] geleden als gevolg van de onrechtmatige daad die de Gemeente jegens [eiseres] gepleegd heeft door [eiseres] vanaf 29 oktober 1973 te verplichten tot het gebruik van een uiterst schadelijk houtverduurzamingsmiddel zonder daarbij de normen van veiligheid in acht te nemen en bovendien een zekere periode een uiterst schadelijke wijze van impregneren voor te schrijven.
De Gemeente heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 5 oktober 2001 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 15 april 2003 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 8 juli 2004 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 15 oktober 2004.