ECLI:NL:HR:2004:AP4491
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de Gemeente Bergeijk inzake schadevergoeding door onrechtmatige daad
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door haar advocaten mr. H.H. Barendrecht en later mr. H.J.R. Reinders, de Gemeente Bergeijk gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Eiseres vorderde schadevergoeding voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van een onrechtmatige daad van de Gemeente. Deze onrechtmatige daad bestond uit het verplichten van eiseres tot het gebruik van een schadelijk houtverduurzamingsmiddel zonder de vereiste veiligheidsnormen in acht te nemen. De rechtbank heeft de vordering van eiseres op 5 oktober 2001 afgewezen, waarna eiseres in hoger beroep ging bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 15 april 2003 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en F.B. Bakels, en is op 15 oktober 2004 in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.