ECLI:NL:HR:2004:AP2834
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake verontreiniging van weiland en erf met betrekking tot vordering tot verwijdering en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser en verweerders over de verontreiniging van weiland en erf. Verweerders hebben eiser op 19 juni 1998 gedagvaard voor de rechtbank te Leeuwarden, waarbij zij vorderden dat eiser hen zou machtigen om de verontreiniging in hun weiland te verwijderen en dat eiser de kosten hiervan zou vergoeden. Eiser heeft de vorderingen bestreden. De rechtbank heeft op 16 augustus 2000 de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling. Verweerders hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 2 oktober 2002 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de vordering van verweerders heeft toegewezen. Eiser heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerders zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.B. Fleers, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 9 juli 2004.