ECLI:NL:HR:2004:AP2680

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/118HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vernietiging van erkenning van vaderschap en rol van bijzonder curator

In deze zaak heeft de man, wonende in Oostenrijk, een verzoek tot cassatie ingediend tegen de beschikking van het gerechtshof te Arnhem. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van de rechtbank te Almelo, waarin de man de erkenning van zijn vaderschap van zijn zoon, geboren in 1991, wilde vernietigen. De rechtbank had op 11 maart 2002 de bijzonder curator, Mr. Marcus Johannes Antonius Oortman, benoemd om de belangen van de zoon te behartigen. De moeder van de zoon heeft samen met de bijzonder curator het verzoek van de man bestreden. De rechtbank heeft op 5 juni 2002 een deskundigenonderzoek bevolen naar de bloedsamenstelling van de man en de zoon, uitgevoerd door dr. G.G. de Lange van het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst. Na dit onderzoek heeft de rechtbank op 25 november 2002 het verzoek van de man toegewezen en zijn erkenning van het vaderschap vernietigd. Hierop hebben de bijzonder curator en de moeder hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat op 1 juli 2003 de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd en het verzoek van de man heeft afgewezen. De man heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Strikwerda, gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft op 1 oktober 2004 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de man werd verworpen. De uitspraak werd gedaan door vice-president R. Herrmann en raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, J.C. van Oven, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

1 oktober 2004
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/118HR
JMH/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats], Oostenrijk,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand,
t e g e n
1. Mr. Marcus Johannes Antonius OORTMAN, in zijn hoedanigheid van bijzonder curator van [de zoon],
kantoorhoudende te Hengelo,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
e n
2. [De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 13 februari 2002 ter griffie van de rechtbank te Almelo ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de man - zich gewend tot die rechtbank en verzocht de erkenning door de man van [de zoon], hierna: [de zoon], te vernietigen.
Bij beschikking van 11 maart 2002 heeft de rechtbank verweerder in cassatie sub 1 tot bijzonder curator over [de zoon] benoemd.
De bijzonder curator en verweerster in cassatie sub 2 - verder te noemen: de moeder - hebben het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij tussenbeschikking van 5 juni 2002 een deskundigenonderzoek bevolen naar de bloedsamenstelling van [de zoon] en van de man door de deskundige dr. G.G. de Lange, verbonden aan het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis te Amsterdam. Na deskundigen-bericht heeft de rechtbank bij eindbeschikking van 25 november 2002 het verzoek van de man toegewezen en de op 6 september 1995 door de man gedane erkenning van het vaderschap van [de zoon], geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats], vernietigd.
Tegen deze beschikking hebben de bijzonder curator en de moeder hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij beschikking van 1 juli 2003 heeft het hof de beschikking van de rechtbank te Almelo van 25 november 2002 vernietigd en, opnieuw beschikkende, het verzoek van de man alsnog afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De bijzonder curator heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en de moeder heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 1 oktober 2004.