ECLI:NL:HR:2004:AP0228
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en de beoordeling van opzet of grove schuld
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 oktober 2002, betreffende een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1989. Aan belanghebbende was aanvankelijk een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 2.470, maar later volgde een navorderingsaanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 3.004.735, met een verhoging van honderd procent. Na bezwaar werd de navorderingsaanslag verminderd tot ƒ 2.379.861, met gedeeltelijke kwijtschelding van de verhoging. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de navorderingsaanslag verder verlaagde tot ƒ 1.532.470 en de kwijtschelding op 40 procent vaststelde.
Belanghebbende stelde dat het Hof ten onrechte oordeelde dat de verhoging terecht was opgelegd, omdat hij de mogelijke belastbaarheid van het behaalde voordeel niet had vermeld in zijn aangifte. Het Hof had ook geoordeeld dat belanghebbende de Inspecteur onjuist en onvolledig had geïnformeerd. De Hoge Raad oordeelt dat de feiten en omstandigheden geen opzet kunnen worden verweten aan belanghebbende, aangezien hij in zijn aangiftebiljet geen gegevens had verzwegen die hij had moeten vermelden. De gemachtigde van belanghebbende had geen onjuiste informatie verstrekt, maar slechts een juridische kwalificatie gegeven die achteraf onjuist bleek te zijn.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 28 mei 2004.