ECLI:NL:HR:2004:AO9550
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake de ontbinding van een koopovereenkomst van een woonschip en de verplichtingen van partijen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de ontbinding van een koopovereenkomst van een woonschip. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens, had verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Eijer, in kort geding gedagvaard om medewerking te verlenen aan de uitvoering van de overeenkomst. De rechtbank te 's-Gravenhage had de vordering van eiser toegewezen, maar verweerster kwam in verzet. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond en bekrachtigde het eerdere vonnis. Verweerster ging in hoger beroep, maar het gerechtshof vernietigde het vonnis en wees de vordering van eiser af. Eiser stelde cassatie in, waarbij de Hoge Raad de zaak beoordeelde op basis van de feiten die in de eerdere instanties waren vastgesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat de koopovereenkomst een ontbindende voorwaarde bevatte met betrekking tot het verkrijgen van een ligplaatsvergunning. Verweerster had zich niet tijdig op deze ontbindende voorwaarde beroepen. De Hoge Raad concludeerde dat eiser zich jegens verweerster diende te gedragen volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid, en dat hij tekort was geschoten in zijn verplichtingen. De Hoge Raad verwierp het beroep van eiser en veroordeelde hem in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de verplichtingen van partijen in een koopovereenkomst en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.