ECLI:NL:HR:2004:AO8234
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Toepassing maximering bij berekening premie-inkomen voor verzoek middelingsteruggaaf ex art. 72a WAZ
In deze zaak heeft belanghebbende, X, op basis van artikel 72a, lid 1, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) verzocht om teruggaaf van premie over de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000. Dit verzoek werd door de Inspecteur afgewezen, waarna belanghebbende bezwaar maakte. De Inspecteur handhaafde zijn beslissing, wat leidde tot een beroepsprocedure bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, en de uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift indiende.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen. Het middel faalde, wat betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het Hof bevestigde. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad werd openbaar uitgesproken op 23 april 2004, en het arrest is gewezen door vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers, samen met de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier E. Cichowski.