ECLI:NL:HR:2004:AO8171
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake aansprakelijkheid werkgever voor bedrijfsongeval van werknemer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de aansprakelijkheid van een werkgever voor een bedrijfsongeval. De eiser, een vrachtwagenchauffeur, had de werkgever gedagvaard na een ongeval op 19 november 1999, waarbij hij letsel opliep. De eiser vorderde schadevergoeding op grond van artikel 7:658 BW, dat de zorgplicht van de werkgever regelt. De kantonrechter had de vordering afgewezen, en de rechtbank had dit vonnis in hoger beroep bekrachtigd. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de werkgever aan zijn zorgplicht had voldaan. De rechtbank had vastgesteld dat er geen sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de werkgever en dat de werkgever voldoende maatregelen had getroffen om de veiligheid van de werknemer te waarborgen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de eiser en veroordeelde hem in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers in het kader van de zorgplicht en de voorwaarden waaronder aansprakelijkheid kan worden vastgesteld.