ECLI:NL:HR:2004:AO7708
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid van accountant bij leningen en zekerheden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juni 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en [verweerster]. De zaak betreft een geschil over de aansprakelijkheid van [eiseres], een accountant, in verband met twee leningen die door [verweerster] aan [A] B.V. zijn verstrekt. De eerste lening van ƒ 75.000 werd in 1989 verstrekt, gevolgd door een tweede lening van ƒ 45.000 in 1993. Beide leningen waren onderworpen aan een fiduciaire eigendomsoverdracht, maar er was onduidelijkheid over de verplichtingen met betrekking tot toekomstige activa van de debiteur. Na het faillissement van [A] B.V. in 1993, heeft [verweerster] [eiseres] aangeklaagd voor fouten in de opstelling van de akten, die volgens haar hebben geleid tot een waardeloze zekerheid.
De rechtbank te Almelo heeft in eerdere vonnissen de vordering van [verweerster] afgewezen, maar het gerechtshof te Arnhem heeft in hoger beroep de vordering van [verweerster] toegewezen, wat leidde tot cassatie door [eiseres]. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof niet voldoende gemotiveerd heeft gereageerd op de stellingen van [eiseres] en heeft het arrest van het hof vernietigd. De zaak is terugverwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens zijn de proceskosten in cassatie toegewezen aan beide partijen, waarbij [verweerster] in de kosten van het geding in cassatie is veroordeeld.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van accountants bij het opstellen van zekerheidsakten en de gevolgen van onduidelijkheden in deze documenten. De Hoge Raad heeft de noodzaak van zorgvuldigheid en duidelijkheid in de advisering van cliënten onderstreept, vooral in complexe financiële transacties.