ECLI:NL:HR:2004:AO7066
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over belaging en stelselmatigheid in strafrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor belaging en poging tot zware mishandeling. De belaging vond plaats over een periode van ruim negen maanden, waarin de verdachte het slachtoffer meermalen belde, bedreigingen uitte, haar volgde naar haar werk en zich hinderlijk ophield bij haar woning. De Hoge Raad beoordeelde of het Hof terecht had geoordeeld dat de verdachte stelselmatig inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, zoals bedoeld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de term 'stelselmatig' correct had uitgelegd en dat de bewezenverklaring van de belaging voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat geen van de ingediende middelen tot cassatie kon leiden. De uitspraak van het Hof werd daarmee bevestigd, en de verdachte bleef ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.