ECLI:NL:HR:2004:AO7001
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake Holcim Betonproducten B.V. tegen curator in faillissement van Rasters Betonindustrie B.V.
In deze zaak heeft Holcim Betonproducten B.V. (voorheen De Hoorn/Nederhemert B.V.) cassatie ingesteld tegen de curator van Rasters Betonindustrie B.V., die in staat van faillissement was verklaard. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. van Staden ten Brink, had in eerste instantie Rasters gedagvaard voor een vordering van ƒ 12.412.033,--, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Rasters had in reconventie schadevergoeding geëist van Holcim, wat leidde tot een complexe rechtsgang.
De rechtbank te Groningen heeft op 15 december 2000 in conventie Rasters veroordeeld tot betaling aan Holcim, maar in reconventie Holcim veroordeeld tot schadevergoeding aan Rasters. Holcim ging in hoger beroep, terwijl Rasters incidenteel hoger beroep instelde. Rasters werd op 19 juni 2002 failliet verklaard, waarna de curator de procedure overnam.
Het gerechtshof bekrachtigde het vonnis in reconventie en schorste het geding in conventie. Holcim heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de advocaat-generaal L.A.D. Keus tot vernietiging en verwijzing concludeerde. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep van Holcim verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak werd gedaan door vice-president R. Herrmann en raadsheren in een openbare zitting op 9 juli 2004.