ECLI:NL:HR:2004:AO6998
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en verrekening van pensioenrechten
In deze zaak, die op 18 juni 2004 door de Hoge Raad der Nederlanden is behandeld, gaat het om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen een man en een vrouw, die van 22 december 1989 tot 19 april 1994 gehuwd waren in algehele gemeenschap van goederen. De gemeenschap is ontbonden door de inschrijving van de echtscheiding op 19 april 1994. De man heeft de vrouw gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en verzocht om de verdeling van de gemeenschap, waarbij de vrouw in reconventie ook om verdeling heeft gevraagd. De rechtbank heeft op 28 juni 2000 een eindvonnis gewezen waarin de gemeenschap werd verdeeld en de man werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de vrouw. De vrouw heeft hoger beroep ingesteld, en het gerechtshof heeft op 28 augustus 2002 het eindvonnis van de rechtbank vernietigd en de man veroordeeld tot een hoger bedrag aan de vrouw.
Tegen dit arrest heeft de man cassatie ingesteld, terwijl de vrouw incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof een aantal fouten heeft gemaakt in de berekening van de bedragen die de man aan de vrouw moest betalen. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd voor zover het de man verplichtte tot betaling van € 2.836,63 aan de vrouw en heeft de vrouw in plaats daarvan veroordeeld tot betaling van € 238,77 aan de man. De kosten van het geding in cassatie zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen.
De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de verdeling van huwelijksgoederengemeenschappen en de verrekening van pensioenrechten na echtscheiding. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak belangrijke overwegingen geformuleerd over de wijze waarop dergelijke verdelingen dienen te worden berekend en welke elementen daarbij in aanmerking moeten worden genomen.