ECLI:NL:HR:2004:AO6020
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het arrest van het gerechtshof inzake vakantiedagen en verjaringseisen
In deze zaak heeft eiser, die sinds 20 mei 1996 volledig arbeidsongeschikt is, een vordering ingesteld tegen zijn voormalige werkgever, Brush HMA B.V., voor betaling van niet-genoten vakantiedagen. Eiser heeft zijn vordering bij de rechtbank Rotterdam ingesteld, maar werd niet-ontvankelijk verklaard. In hoger beroep heeft het gerechtshof te 's-Gravenhage het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank en het hof ten onrechte hebben geoordeeld dat de vordering van eiser was verjaard. De Hoge Raad oordeelt dat de brief van 8 december 1997, waarin eiser's echtgenote om uitbetaling van de vakantiedagen vroeg, voldoende was om de verjaring te stuiten. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt Brush veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.