ECLI:NL:HR:2004:AO5542
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen in de reclamebelasting door de gemeente Amsterdam
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. (thans A BV) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 juni 2002, betreffende aanslagen in de reclamebelasting. De belanghebbende had over het jaar 1999 26 aanslagen ontvangen, waarvan de directeur Gemeentebelastingen van de gemeente Amsterdam er twintig heeft vernietigd en zes heeft gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraak, maar het Hof verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad beoordeelt de zaak en komt tot de conclusie dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de belanghebbende niet mocht vertrouwen op de uitlatingen van de Inspecteur, die aangaf dat bepaalde reclameobjecten niet in de heffing zouden worden betrokken. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet onjuist heeft geoordeeld en dat de vaststellingen van het Hof niet onbegrijpelijk zijn. De Hoge Raad wijst erop dat de vrijstellingsbepaling van de Reclamebelastingverordening Amsterdam 1999 niet van toepassing was en dat de bestreden aanslagen strookten met deze verordening.
De Hoge Raad concludeert dat het beroep in cassatie ongegrond is en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 12 maart 2004, waarbij de vice-president A.G. Pos de voorzitter was, samen met de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.J.J. van Maanen, en de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma aanwezig was.