ECLI:NL:HR:2004:AO4318
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de indeling van samenverpakte erwten en suiker onder het Gemeenschappelijk Douanetarief
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X N.V. te Z (België) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 december 2002. De zaak betreft een bindende tariefinlichting die door de Inspecteur is verstrekt op verzoek van de belanghebbende. De Inspecteur had de bindende tariefinlichting afgewezen, waarop de belanghebbende in beroep ging bij de Tariefcommissie. Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de Inspecteur vernietigd. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof onterecht heeft geoordeeld dat de samenverpakte erwten en suiker niet als een mengsel of samengesteld goed kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelt dat de indelingsregels van het GDT niet zonder meer van toepassing zijn op de tariefindeling van verschillende producten in één verpakking. De Hoge Raad heeft de middelen van de belanghebbende verworpen en het beroep ongegrond verklaard.
De zaak draait om de vraag of de samenverpakte goederen, bestaande uit gedroogde erwten en kristalsuiker, als één goed of als verschillende goederen moeten worden ingedeeld. Het Hof had geoordeeld dat de samen verpakte goederen afzonderlijk in het GDT moeten worden ingedeeld, wat door de Hoge Raad is bevestigd. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.