ECLI:NL:HR:2004:AO4208
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake anti-dumpingrechten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2004 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 oktober 2002, betreffende een beschikking inzake anti-dumpingrechten. De belanghebbende, X B.V., had een verzoek ingediend om terugbetaling van anti-dumpingrechten ter hoogte van ƒ 62.045,20, welke door de Inspecteur bij beschikking van 12 april 2000 was afgewezen. Na het indienen van bezwaar, dat eveneens door de Inspecteur werd afgewezen, heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de Tariefcommissie. Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard, waarna X B.V. cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven, omdat het Hof onbevoegd was om kennis te nemen van het beroep. Dit was gebaseerd op artikel 30d, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), dat bepaalt dat tegen een beschikking tot terugbetaling beroep openstaat bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de belanghebbende eerst bezwaar had moeten maken voordat beroep kon worden ingesteld, en dat het Hof derhalve niet bevoegd was om het beroep te behandelen.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en gelast dat de Staat de kosten van het geding in cassatie vergoedt, inclusief het griffierecht en de kosten voor rechtsbijstand. Dit arrest benadrukt de noodzaak van het volgen van de juiste procedure bij het indienen van bezwaar en beroep in belastingzaken, en bevestigt de bevoegdheden van de verschillende rechtscolleges in dergelijke geschillen.