ECLI:NL:HR:2004:AO4151
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake goedkeuring jaarstukken en pensioenvoorzieningen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en [verweerder]. De zaak betreft een geschil over de goedkeuring van de jaarstukken door de algemene vergadering van aandeelhouders van [eiseres] op 24 juni 1996, waarin ook een afstorting van een pensioenvoorziening ten behoeve van [verweerder] was opgenomen. [Eiseres] vorderde betaling van een bedrag van ƒ 76.900,-- van [verweerder], stellende dat deze afstorting zonder voldoende meerderheid was goedgekeurd en zonder overleg met de mede-aandeelhouder. De rechtbank te Arnhem had in eerste aanleg de vordering van [eiseres] toegewezen, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis en wees de vorderingen van [eiseres] af. Tegen deze beslissing heeft [eiseres] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad overwoog dat de goedkeuring van de jaarstukken, inclusief de afstorting, impliciet was en dat [eiseres] niet kon terugkomen op deze goedkeuring. De stelling van [eiseres] dat zij niet op de hoogte was van de gevolgen van de afstorting werd verworpen, aangezien de andere aandeelhouder zich had laten bijstaan door een deskundige. De Hoge Raad concludeerde dat er geen onrechtmatige daad van [verweerder] jegens [eiseres] was en verwierp het beroep. Tevens werd [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] werden begroot op € 941,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.