ECLI:NL:HR:2004:AO4045
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Geen dubbele bestraffing bij aansprakelijkstelling van bestuurder voor premies werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 september 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, als bestuurder van B.V. X, was in een bestuursrechtelijke procedure aansprakelijk gesteld voor nageheven premies werknemersverzekeringen over het jaar 1994. De aansprakelijkstelling was nog niet onherroepelijk, en in de strafzaak werd de verdachte veroordeeld voor feitelijk leidinggeven aan het niet opgeven van betaald loon aan het GAK van begin 1994 tot eind 1995. De Hoge Raad oordeelde dat er geen rechtsregel is die de aansprakelijkstelling in de weg staat aan een strafvervolging. De strafoplegging hoefde niet achterwege te blijven, omdat de aansprakelijkstelling nog niet definitief was. De verdachte had in hoger beroep aangevoerd dat er sprake was van dubbele bestraffing, omdat hij al door het GAK was beboet voor dezelfde feiten. Het Hof verwierp dit verweer, omdat de boete aan de B.V. was opgelegd en niet aan de verdachte persoonlijk. De Hoge Raad bevestigde deze overwegingen en oordeelde dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak van het Hof werd derhalve bevestigd, en het beroep werd verworpen.