ECLI:NL:HR:2004:AO4011
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake aanbesteding en incident management op het hoofdwegennet
In deze zaak hebben de eiseressen, onder leiding van de Vereniging Bergers Belangen, de Staat der Nederlanden en andere partijen aangeklaagd in verband met een aanbestedingsprocedure voor de eerste berging van personenauto's op het hoofdwegennet. De eiseressen vorderden onder andere dat de Stichting Incident Management Nederland het Aanbestedingsreglement 2002 zou intrekken en dat de Staat een nieuwe aanbesteding zou uitschrijven. De voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage heeft de vorderingen van de eiseressen afgewezen, waarna zij in hoger beroep gingen bij het gerechtshof. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter, wat leidde tot een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft op 9 juli 2004 uitspraak gedaan. De kern van de zaak draaide om de vraag of de Richtlijn Diensten van toepassing was op de aanbesteding van de eerste berging van personenauto's. De Hoge Raad oordeelde dat de Staat niet als aanbestedende dienst kan worden aangemerkt in deze context, omdat de aanbesteding door de Stichting werd uitgevoerd en de Staat niet de directe opdrachtgever was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de eiseressen en bevestigde de eerdere uitspraken van de lagere rechters. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de Staat en de Stichting toegewezen.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van aanbestedingsregels in de context van incident management en de verantwoordelijkheden van de Staat en andere betrokken partijen. De Hoge Raad benadrukte dat de bestaande samenwerking tussen de Stichting en de Rijkswaterstaat niet in strijd was met de geldende wet- en regelgeving, en dat de procedures die gevolgd waren in overeenstemming waren met de Beleidsregels incident management.