ECLI:NL:HR:2004:AO3861
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake ontruiming woonwagencentrum door de Gemeente Heerde
In deze zaak heeft de Gemeente Heerde, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.W. Scheltema, verweerder in cassatie gedagvaard in kort geding om ontruiming van een caravan op een perceel van het woonwagencentrum [A] te vorderen. De voorzieningenrechter van de rechtbank te Zutphen heeft op 2 juli 2002 de vordering van de Gemeente toegewezen. Verweerder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 19 november 2002 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de Gemeente niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar vordering. De Gemeente heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft op 7 mei 2004 uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat de Huisvestingswet, zoals deze sinds 1 maart 1999 van kracht is, niet in de weg staat aan het gebruik van aan het eigendomsrecht van de Gemeente verbonden bevoegdheden ten aanzien van een woonwagen die zonder toestemming op een aan de Gemeente in eigendom toebehorende standplaats staat. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Leeuwarden voor verdere behandeling en beslissing. Tevens veroordeelt de Hoge Raad verweerder in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak begroot op € 392,34 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de bevoegdheden van gemeenten met betrekking tot de ontruiming van woonwagencentra en de toepassing van de Huisvestingswet. De Hoge Raad bevestigt dat gemeenten de verantwoordelijkheid hebben om op te treden tegen illegaal gebruik van standplaatsen, ook na de intrekking van de Woonwagenwet.