ECLI:NL:HR:2004:AO3242
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Verwerping van cassatie tegen veroordeling voor medeplegen van doodslag en poging tot doodslag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 maart 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder door het hof veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf voor onder meer het medeplegen van doodslag en poging tot doodslag. De zaak was aanhangig gemaakt door de verdachte, die zich had laten bijstaan door mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Jörg had geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de beslissing van het hof in stand gelaten, waarbij het hof de eerdere veroordeling van de Rechtbank te Maastricht had vernietigd. De verdachte was veroordeeld voor het medeplegen van doodslag, poging tot doodslag en overtreding van de Wegenverkeerswet. Naast de gevangenisstraf werd de verdachte ook ontzegd om motorrijtuigen te besturen voor verschillende periodes, afhankelijk van de feiten waarvoor hij was veroordeeld.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel van cassatie niet kon leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak. Er was geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidde tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad concludeerde dat er geen gronden aanwezig waren om de uitspraak ambtshalve te vernietigen, en verwierp daarom het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en J. de Hullu, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart.