ECLI:NL:HR:2004:AO2299

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C03/143HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.B. Fleers
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • A. Hammerstein
  • E.J. Numann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest van de Hoge Raad inzake Dimitra Special Shipping S.A. tegen Corus Staal B.V. over vordering tot betaling

In deze zaak heeft de vennootschap naar vreemd recht, Dimitra Special Shipping S.A., gevestigd te Piraeus, Griekenland, cassatie ingesteld tegen Corus Staal B.V., gevestigd te Velsen. De zaak begon met een dagvaarding door Corus op 19 november 1993, waarin zij vorderde dat Dimitra een bedrag van ƒ 1.174.545,92 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Dimitra heeft de vordering bestreden, maar de rechtbank te Haarlem heeft op 23 januari 2001 de vordering toegewezen. Dimitra ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 16 januari 2003 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Hierop heeft Dimitra beroep in cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Dimitra veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Corus zijn begroot op € 766,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 april 2004 door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

2 april 2004
Eerste Kamer
Nr. C03/143HR
AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht DIMITRA SPECIAL SHIPPING S.A., gevestigd te Piraeus, Griekenland,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.H. van der Woude,
t e g e n
CORUS STAAL B.V., gevestigd te Velsen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. R.M. Hermans, thans mr. H.J.A. Knijff.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: Corus - heeft bij exploot van 19 november 1993 eiseres tot cassatie - verder te noemen: Dimitra - gedagvaard voor de rechtbank te Haarlem. Na vermeerdering van eis heeft Corus gevorderd Dimitra te veroordelen aan haar te betalen de somma van ƒ 1.174.545,92, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van ƒ 1.115.560,92, vanaf de dag van dagvaarding tot die der algehele algehele voldoening, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van ƒ 58.985,-- vanaf 30 augustus 1994 tot de dag der algehele voldoening.
Dimitra heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 23 januari 2001 de vordering toegewezen.
Tegen dit vonnis heeft Dimitra hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 16 januari 2003 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Dimitra beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Corus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Corus mede door mr. F.M. Schlatmann, advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Dimitra in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Corus begroot op € 766,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein en E.J. Numann, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 2 april 2004.