ECLI:NL:HR:2004:AO1338
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie in faillissementszaak van B.V. [A] tegen [verweerder]
In deze zaak heeft Mr. Robert Jan VAN GALEN, in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van B.V. [A], cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof had op 23 september 2003 het vonnis van de rechtbank, die [verweerder] in staat van faillissement had verklaard, vernietigd en het verzoek tot faillietverklaring afgewezen. Van Galen q.q. stelde dat [verweerder] in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en dat er steunvorderingen waren die de faillietverklaring konden onderbouwen. Het hof oordeelde echter dat er onvoldoende samenhang was tussen de vorderingen van Van Galen q.q. en de steunvordering van Van Gelein Vitringa q.q. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof een te strenge maatstaf had aangelegd bij de beoordeling van de steunvorderingen en dat de vordering van Van Gelein Vitringa q.q. niet voldoende gemotiveerd was betwist. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de samenhang tussen vorderingen in faillissementszaken.