ECLI:NL:HR:2004:AO1290
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake pensioenrechten en dwangsommen in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 maart 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [A] B.V. en [de vrouw]. De eiseres tot cassatie, [A] B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. R.Th.R.F. Carli, was in hoger beroep gegaan tegen een uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verweerster in cassatie, [de vrouw], vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Grabandt, had eerder bij de rechtbank te Breda vorderingen ingesteld met betrekking tot haar pensioenrechten en de verplichtingen van de BV. De rechtbank had de BV veroordeeld tot het verstrekken van informatie over de pensioenrechten van [de vrouw] en het af te zonderen van kapitaal voor haar aanspraken. De BV had hiertegen hoger beroep ingesteld, maar het hof had de vorderingen van [de vrouw] in grote lijnen bevestigd en de BV veroordeeld tot het af te zonderen van kapitaal en het betalen van een dwangsom bij niet-nakoming. De BV heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, maar de Hoge Raad heeft het beroep verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de cassatie niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. De Hoge Raad heeft de BV bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.