ECLI:NL:HR:2004:AO0079
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Invloed van het EG-recht op de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 8 februari 2002, betreffende een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. Aan belanghebbende was aanvankelijk een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 123.279, maar na bezwaar werd deze navorderingsaanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 211.566, met een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting van ƒ 19.759. Het Hof heeft de navorderingsaanslag verder verminderd tot ƒ 199.795, met een hogere vermindering ter voorkoming van dubbele belasting van ƒ 39.974 voor buitenlandse inkomsten. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, maar dat er ambtshalve grond voor cassatie aanwezig was. De Hoge Raad oordeelde dat Nederland moet voorkomen dat belanghebbende door de wijze van berekening van de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting een deel van zijn belastingvrije som en persoonlijke fiscale tegemoetkomingen verliest. Dit is in lijn met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 december 2002, De Groot, C-385/00. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook bepaald dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht van € 72 moet vergoeden. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 7 mei 2004, en de proceskosten werden niet toegewezen.