ECLI:NL:HR:2004:AN9405
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verhaal van bijstandsverlening op schenking in het kader van de Algemene bijstandswet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 februari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen een man en de Gemeente 's-Gravenhage. De man, die in deze procedure als verzoeker tot cassatie optreedt, had een geschil met de gemeente over de terugvordering van bijstandsverlening. De gemeente had verzocht om een bedrag van ƒ 45.150,-- van de man, dat voortkwam uit kosten van bijstand die ten laste van de gemeente waren gemaakt voor de moeder van de man. De rechtbank te 's-Gravenhage had het verzoek van de gemeente toegewezen, maar de man ging in hoger beroep. Het gerechtshof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank, waarna de man cassatie aantekende.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de toepassing van artikel 99 van de Algemene bijstandswet (Abw), dat bepaalt dat kosten van bijstand kunnen worden verhaald op degene aan wie een schenking is gedaan door de bijstandsgerechtigde. De man voerde aan dat de gemeente niet ontvankelijk was in haar verzoek, omdat er al bijstand werd verleend ten tijde van de schenking. De Hoge Raad oordeelde echter dat de wet ook van toepassing is in gevallen waarin de schenking plaatsvond terwijl de bijstand al werd ontvangen. Dit betekent dat de gemeente recht had om de kosten van bijstand te verhalen op de man, ondanks zijn verweer.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de man en bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof. De beslissing benadrukt de reikwijdte van de wetgeving omtrent het verhaal van bijstandsverlening en de verplichtingen van bijstandsgerechtigden om relevante financiële informatie te delen. De uitspraak heeft implicaties voor de interpretatie van de Abw en de verantwoordelijkheden van zowel gemeenten als bijstandsgerechtigden in vergelijkbare situaties.