ECLI:NL:HR:2004:AN8907
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake ontruiming van woonruimte door de Gemeente Hilversum
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Gemeente Hilversum en een verweerder die in de gemeente woonde. De Gemeente had de verweerder gedagvaard om ontruiming van een woning te vorderen, omdat de verweerder zonder recht of titel in de woning verbleef. De voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam had de vordering van de Gemeente toegewezen, maar het gerechtshof te Amsterdam had dit vonnis vernietigd en de vordering afgewezen. De Gemeente heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verweerder afkomstig is uit Irak en dat hij in het verleden aanvragen heeft ingediend voor een vergunning tot verblijf, die uiteindelijk zijn afgewezen. De Gemeente had een bruikleenovereenkomst met de verweerder gesloten, die eindigde op het moment dat de verweerder niet meer beschikte over een geldig verblijfdocument. De Hoge Raad oordeelde dat de voorzieningen die aan de verweerder waren verstrekt op grond van de Zorgwet vvtv van rechtswege waren geëindigd, en dat de Gemeente recht had op ontruiming van de woning.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de verweerder in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest benadrukt de rechtspositie van vreemdelingen in Nederland en de voorwaarden waaronder gemeentelijke zorg kan worden beëindigd.