ECLI:NL:HR:2004:AN7828
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding na onrechtmatige informatieverstrekking door de Staat
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie) gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij hij vorderde dat de Staat hem zou vergoeden voor de door hem geleden schade, die hij ten gevolge van onrechtmatig handelen van de Staat zou hebben geleden. De rechtbank heeft de vordering op 12 maart 1997 afgewezen, waarna eiser in hoger beroep ging bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof bekrachtigde op 20 juni 2002 het vonnis van de rechtbank, waarop eiser cassatie heeft ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 23 januari 2004 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat eiser in 1985 op het vliegveld van Colombo, Sri Lanka, werd aangehouden met heroïne en dat hij in Sri Lanka ter dood werd veroordeeld. Eiser heeft betoogd dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door foutieve en belastende informatie te verstrekken aan de autoriteiten in Sri Lanka, wat heeft geleid tot zijn veroordeling. De Hoge Raad heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat het hof terecht heeft geoordeeld dat de fax van 12 september 1986 geen rol heeft gespeeld in de oordeelsvorming van het High Court in Sri Lanka. De Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het verstrekken van informatie aan buitenlandse autoriteiten en de gevolgen die dit kan hebben voor de rechtspositie van betrokkenen.