ECLI:NL:HR:2004:AI0724
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- G.J. Zuurmond
- L. Monné
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Weigering energiepremie op basis van tijdige aanvraag en samenhangende voorzieningen
In deze zaak gaat het om de weigering van een energiepremie aan belanghebbende door het energiebedrijf, die door de Inspecteur is bevestigd. Belanghebbende had in 2000 energiebesparende maatregelen getroffen en verzocht om een energiepremie. De aanvraag werd echter afgewezen omdat deze niet tijdig was ingediend, namelijk meer dan dertien weken na de ingebruikneming van de voorzieningen. Na bezwaar tegen de beslissing van de Inspecteur, werd het beroep ongegrond verklaard door het Hof. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de Inspecteur alsnog een beschikking moet geven over de beslissing van het energiebedrijf. De Hoge Raad benadrukt dat bij de beoordeling van de aanvraag moet worden gekeken naar de vraag of de voorzieningen als één project kunnen worden beschouwd. Dit is van belang voor de tijdigheid van de aanvraag. De Hoge Raad concludeert dat de klachten van belanghebbende falen en verklaart het beroep ongegrond.
De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 13 augustus 2004 en is een belangrijke uitspraak in het bestuursrecht en belastingrecht, met betrekking tot de Wet belastingen op milieugrondslag. De zaak onderstreept het belang van tijdige aanvragen en de mogelijkheid om voorzieningen als samenhangend project te beschouwen.