ECLI:NL:HR:2003:AO0631
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 februari 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, een in de Verenigde Staten woonachtige Nederlandse, was opgelegd. De aanslag betrof een belastbaar inkomen van ƒ 1.780.521 voor het jaar 1997, waarvan een aanzienlijk deel belast was naar het tarief van artikel 57 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Na bezwaar tegen de aanslag, heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot ƒ 118.566.
De Staatssecretaris heeft cassatie ingesteld, waarbij de Hoge Raad zich heeft gebogen over de vraag of de Inspecteur terecht de oudedagsreserve van belanghebbende heeft gerekend tot het belastbare inkomen. Belanghebbende had in Nederland een onderneming gedreven en was in 1995 naar de Verenigde Staten verhuisd. De Hoge Raad oordeelde dat de oudedagsreserve niet geldt voor buitenlandse belastingplichtigen en dat toevoegingen aan en afnemingen van de oudedagsreserve geen deel uitmaken van het belastbare binnenlandse inkomen. Dit betekent dat de toepassing van de foutenleer in dit geval niet mogelijk was, aangezien belanghebbende inmiddels als buitenlandse belastingplichtige werd aangemerkt.
De Hoge Raad heeft het beroep ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 19 december 2003. Van de Staat wordt een griffierecht van € 348 geheven ter zake van het beroep in cassatie.