ECLI:NL:HR:2003:AO0418
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de afwijzing van het verzoek tot opheffing van executoriaal beslag op aandelen in Auto Palace B.V.
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, vertegenwoordigd door mr. drs. R.A. van der Hansz, een verzoek ingediend bij de rechtbank te Rotterdam om het verzet tegen de verkoop van aandelen in de besloten vennootschap Auto Palace B.V. op te heffen. Dit verzoek was ingediend op 18 juni 2002 en betrof aandelen die in executoriaal beslag waren genomen. Verweerders in cassatie, [verweerder 1] en [verweerder 2], hebben het verzoek bestreden. De rechtbank heeft na een mondelinge behandeling op 18 juli 2002 het verzoek afgewezen in een eindbeschikking op 2 augustus 2002. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 25 februari 2003 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Verzoeker heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 19 december 2003 het beroep verworpen en verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.