ECLI:NL:HR:2003:AN9598
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof inzake voorlopige aanslag Ziekenfondswet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 1 juli 2002, nr. BK-01/00153, betreffende een voorlopige aanslag in de premie ingevolge de Ziekenfondswet voor het jaar 2000. De voorlopige aanslag was opgelegd naar een premie-inkomen van ƒ 41.200. Na het indienen van bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld en daarbij een klacht ingediend. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klacht beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat de klacht geen nadere motivering behoeft, omdat deze niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 21 november 2003 door de raadsheer P.J. van Amersfoort als voorzitter, samen met de raadsheren A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.