ECLI:NL:HR:2003:AN9566
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof over naheffingsaanslag parkeerbelasting gemeente Leiden
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 15 oktober 2002, betreffende een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Leiden. De naheffingsaanslag, opgelegd op 8 december 2000, bedroeg in totaal ƒ 86, waarvan ƒ 4 aan belasting en ƒ 82 aan kosten. Na bezwaar tegen de aanslag, werd deze door het sectorhoofd Stadstoezicht van de gemeente Leiden gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde.
De Hoge Raad oordeelt dat het Gerechtshof een bewijsaanbod van belanghebbende heeft gepasseerd. In een brief van 27 december 2000 aan de Dienst Milieu en Beheer van de gemeente Leiden, had belanghebbende aangegeven dat er getuigen waren die zijn stelling konden bevestigen dat er een geldig betalingsbewijs in zijn auto lag. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof in zijn uitspraak niet heeft vastgesteld of het bewijsaanbod is ingetrokken en dat het Hof niet heeft overwogen op welke grond het bewijsaanbod is gepasseerd. Hierdoor is de uitspraak van het Hof niet naar de eisen der wet met redenen omkleed.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens gelast de Hoge Raad dat de gemeente Leiden het griffierecht van € 82 aan belanghebbende vergoedt. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, dit zal door het verwijzingshof worden beoordeeld.