ECLI:NL:HR:2003:AN9083
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van v.o.f. X te Z tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake naheffingsaanslagen omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van v.o.f. X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2002, betreffende naheffingsaanslagen in de omzetbelasting. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd voor de tijdvakken van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1993 en van 1 januari 1994 tot en met 31 december 1996, met een totaalbedrag van f 20.136 en f 95.849 respectievelijk. De Inspecteur verleende kwijtschelding op de verhogingen van de nageheven belasting, maar na bezwaar van de belanghebbende werden de aanslagen gehandhaafd met enige vermindering van de verhogingen.
Het Gerechtshof heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de naheffingsaanslag voor het tijdvak 1993 gehandhaafd, maar de verhogingen voor beide tijdvakken verminderd. De belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en de belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat het Gerechtshof terecht heeft geoordeeld over de proceskosten en dat de overige klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 28 november 2003. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten.