ECLI:NL:HR:2003:AN9064
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- J.C. van Oven
- C.J.J. van Maanen
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onteigening ten behoeve van het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door mr. Conrardus Margaretha Engelbertus Verhaegh, in zijn hoedanigheid als derde in de zin van artikel 20 van de Onteigeningswet, tegen het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard. De zaak betreft een onteigening ten behoeve van de verbetering van een onroerende zaak, waarbij de rechtbank op 26 februari 2002 de onteigening vervroegd heeft uitgesproken. De rechtbank bepaalde ook een voorschot op de schadeloosstelling en benoemde deskundigen en een rechter-commissaris. Op 11 december 2002 heeft de rechtbank de schadeloosstelling vastgesteld op € 446,20, inclusief een reeds betaald voorschot van € 440,17. Mr. Verhaegh heeft beroep in cassatie ingesteld tegen dit vonnis, waarop het Hoogheemraadschap heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 5 september 2003 geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen, waarbij werd geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft mr. Verhaegh q.q. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 316,33 aan verschotten en € 1365 voor salaris.