ECLI:NL:HR:2003:AN8258
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Beklag ex art. 552a Sv betreffende teruggave van inbeslaggenomen geldbedrag
In deze zaak gaat het om een beklag dat is ingediend door een klager wiens geldbedrag van $ 59.780,-- in beslag is genomen. De klager heeft schriftelijk afstand gedaan van het inbeslaggenomen geldbedrag, maar heeft niet verklaard dat het geld aan hem toebehoort. De Rechtbank te Haarlem heeft de klager in zijn klaagschrift niet-ontvankelijk verklaard voor wat betreft de teruggave van het geldbedrag, maar heeft het klaagschrift gegrond verklaard voor de teruggave van een instapkaart van British Airways. De klager heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klager terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat, omdat de klager afstand heeft gedaan van het geldbedrag, hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 552a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit betekent dat de klager geen recht heeft op teruggave van het geldbedrag, aangezien hij niet heeft verklaard dat het aan hem toebehoort. De Hoge Raad wijst erop dat de Rechtbank niet onterecht heeft geoordeeld dat het beslag is beëindigd na de last van de Officier van Justitie om met het geld te handelen alsof het verbeurd is verklaard.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van de klager, omdat er geen gronden zijn voor cassatie en ook geen reden is om de bestreden beschikking ambtshalve te vernietigen. De beslissing van de Rechtbank blijft daarmee in stand.