ECLI:NL:HR:2003:AN8173
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake naheffingsaanslagen accijns en omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 mei 2002, betreffende naheffingsaanslagen die zijn opgelegd aan belanghebbende, X te Z. De naheffingsaanslagen betroffen accijns op tabaksproducten en omzetbelasting over de tijdvakken van 1 februari 1997 tot en met 1 januari 1998 en van 1 januari 1998 tot en met 3 februari 1998. De aanslagen, die op één aanslagbiljet waren samengevoegd, waren gedateerd op 2 juli 1999 en betroffen een bedrag van f 201.430,50 aan accijns en f 52.575,50 aan omzetbelasting. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslagen gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof.
Het Gerechtshof heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de Inspecteur vernietigd voor wat betreft de omzetbelasting, maar de naheffingsaanslag voor de accijns gehandhaafd. De Staatssecretaris heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. In cassatie is vastgesteld dat belanghebbende als chauffeur van een vrachtauto in de relevante tijdvakken in totaal 1.440.000 sigaretten het douanegebied van de Europese Gemeenschap heeft binnengebracht en naar Nederland heeft overgebracht, zonder dat hiervoor accijns of omzetbelasting was voldaan.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft overwogen dat er geen belastbaar feit heeft plaatsgevonden met betrekking tot de sigaretten. De Inspecteur had aangevoerd dat belanghebbende de sigaretten in Nederland had verhandeld en als ondernemer had geleverd. Het oordeel van het Hof dat er geen belastbaar feit was, is niet begrijpelijk zonder nadere toelichting. De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing.