ECLI:NL:HR:2003:AN7841
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot schadevergoeding uit verzekeringsovereenkomst
In deze zaak hebben eisers tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. Bogaardt, de Onderlinge Waarborgmaatschappij Univé Varsseveld B.A. aangeklaagd voor schadevergoeding uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst. De eisers vorderden een bedrag van ƒ 188.188,-- exclusief BTW, vermeerderd met wettelijke rente, alsook een verklaring voor recht dat Univé hen dient te vergoeden voor schade die is ontstaan door niet-nakoming van de verzekeringsovereenkomst en onrechtmatig handelen. Univé, vertegenwoordigd door aanvankelijk mr. T.H. Tanja-van den Broek en thans mr. M.H. van der Woude, heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 14.399,34 gevorderd van de eisers.
De rechtbank te Zutphen heeft in een tussenvonnis van 2 september 1999 Univé toegelaten tot bewijslevering. Bij eindvonnis van 8 februari 2001 heeft de rechtbank Univé veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag aan eisers, maar de vordering in reconventie afgewezen. Univé heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 5 maart 2002 de vonnissen van de rechtbank heeft vernietigd en de vorderingen van eisers heeft afgewezen, terwijl de vordering in reconventie is toegewezen.
Eisers hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 2.291,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 12 december 2003 door de vice-president R. Herrmann en de overige raadsheren.