ECLI:NL:HR:2003:AN7739
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake waardering onroerende zaken
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum (hierna: B en W) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 augustus 2001. De zaak betreft de waardering van een onroerende zaak, gelegen aan de b-straat 1 te R, voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De waarde was aanvankelijk vastgesteld op ƒ 21.429.000, maar na bezwaar door de belanghebbende, X B.V., werd deze waarde door het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Hilversum verlaagd naar ƒ 19.528.000. X B.V. ging in beroep bij het Hof, dat de waarde verder verlaagde naar ƒ 18.474.000 en B en W veroordeelde tot schadevergoeding van ƒ 8630 aan de belanghebbende.
B en W hebben tegen deze uitspraak cassatie ingesteld. In het cassatieberoep werd onder andere aangevoerd dat het Hof had miskend dat de kosten die door belanghebbende in de bezwaarfase zijn gemaakt, alleen voor vergoeding in aanmerking komen als er sprake is van een onrechtmatig besluit van het bestuursorgaan. De Hoge Raad oordeelde dat er geen andere eisen gesteld hoeven te worden voor de toewijsbaarheid van een verzoek tot vergoeding van kosten in verband met de behandeling van een bezwaarschrift dan die voor schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde B en W in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné, P.J. van Amersfoort, J.C. van Oven en C.J.J. van Maanen, en is openbaar uitgesproken op 7 november 2003. Tevens werd er een griffierecht van € 348 geheven van de gemeente Hilversum.