ECLI:NL:HR:2003:AN7564

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 november 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/146HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van een arbeidsgeschil tussen een werknemer en Two's Company B.V. over salaris en ontbindingsvergoeding

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.T.R.F. Carli, Two's Company B.V. gedagvaard voor de kantonrechter te Eindhoven. Eiser vorderde onder andere betaling van achterstallig salaris, vakantiedagen en een ontbindingsvergoeding. Two's Company B.V. heeft de vorderingen bestreden en zelf een tegenvordering ingesteld. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen eiser gedeeltelijk in het gelijk gesteld, maar ook een deel van zijn vorderingen afgewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij de rechtbank, die de eerdere vonnissen heeft vernietigd en eiser in het gelijk heeft gesteld voor een aantal vorderingen, maar ook een deel van de vorderingen van Two's Company heeft afgewezen.

Tegen deze uitspraak heeft eiser cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank bekrachtigd, met uitzondering van enkele onderdelen die zijn afgewezen. Eiser is in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 7 november 2003, waarbij de raadsheren R. Herrmann, D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens betrokken waren, en de uitspraak is openbaar gemaakt door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

7 november 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/146HR
JMH/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
TWO'S COMPANY B.V., gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. T.H. Tanja-van den Broek.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - heeft bij exploot van 20 december 1994 in de zaak met rolnr. 95/459 verweerster in cassatie - verder te noemen: Two's Company - gedagvaard voor de kantonrechter te Eindhoven en gevorderd Two's Company bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen:
1. aan [eiser] tegen kwijting te voldoen terzake afrekening 1993 het bedrag van ƒ 4.366,69 bruto (Nederland) en het bedrag van ƒ 25.533,33 bruto (Wenen/Londen) en over 1994 respectievelijk ƒ 12.578,74 bruto (Nederland) en ƒ 11.504,66 bruto (Wenen/Londen), zulks met verrekening van de door [eiser] verschuldigde reiskosten ten bedrage van ƒ 2.214,88, een en ander vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7A:1639q (oud) BW alsmede de wettelijke rente over een en ander;
2. aan [eiser] tegen kwijting te voldoen het bedrag van ƒ 17.944,56 bruto terzake vakantiedagen;
3. aan [eiser] tegen kwijting te voldoen het bedrag van ƒ 8.955,44 netto terzake afrekening ontbindingsvergoeding;
4. aan [eiser] tegen kwijting te voldoen het bedrag van ƒ 180.000,-- bruto plus 8% dus ƒ 194.400,--, vermeerderd met 5% van de winst vóór belastingen van Two's Company Vastgoed B.V. over het jaar 1993, het totaal verminderd met het reeds door de kantonrechter toegewezen en door [eiser] ontvangen bedrag van ƒ 60.000,-- bruto, het verschuldigde vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van deze dagvaarding;
5. aan [eiser] ter beschikking te stellen de volledige jaarstukken van Two's Company Vastgoed B.V. 1993 en - zodra deze zijn vastgesteld - 1994 alsmede de benodigde justificatoire bescheiden ter controle van de jaarstukken, zulks onder verbeurte van een dwangsom ten behoeve van [eiser] van ƒ 1.000,-- per dag voor elke dag dat Two's Company met terbeschikkingstelling van de hierbedoelde stukken in gebreke blijft;
6. te verklaren voor recht dat het non-concurrentiebeding is vervallen subsidiair dat dit beperkt is tot reclame- en advertentiewerkzaamheden, subsidiair het eventuele non-concurrentiebeding vervallen te verklaren respectievelijk de eventueel door [eiser] verschuldigde boeten te mitigeren tot nul, en - meer subsidiair - Two's Company te veroordelen aan [eiser] tegen kwijting te voldoen uit hoofde van artikel 7A:1637x lid 5 (oud) BW het bedrag van ƒ 194.400,--.
Two's Company heeft de vorderingen bestreden.
Bij exploot van 22 december 1994 in de zaak met rolnr. 95/564 heeft Two's Company [eiser] gedagvaard te verschijnen voor de kantonrechter te Eindhoven en na vermindering van eis gevorderd [eiser] bij vonnis, voorzoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan Two's Company tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van ƒ 52.440,34, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van sommatie, 25 november 1994, althans de datum van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening.
Op vordering van Two's Company en met instemming van [eiser] heeft de kantonrechter bij incidenteel vonnis van 13 april 1995 beide voornoemde zaken gevoegd en beide gevoegde zaken naar de rol verwezen voor voortprocederen.
[Eiser] heeft in de zaak met rolnr. 95/564 de vordering van Two's Company bestreden en bij conclusie van repliek in de zaak met rolnr. 95/459 zijn eis gewijzigd en na vermindering en vermeerdering van eis gevorderd als in die conclusie vermeld.
[Eiser] heeft zijn vordering tot betaling van een bedrag van ƒ 8.955,44 netto ter zake van de afrekening van de ontbindingsvergoeding ingetrokken.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 21 december 1995 in de zaak met rolnr. 95/459:
- Two's Company veroordeeld aan [eiser] ter beschikking te stellen de volledige jaarstukken van Two's Company Vastgoed B.V. over 1993 en 1994, alsmede de benodigde justificatoire bescheiden ter controle van de jaarstukken, zulks onder verbeurte van een dwangsom ten behoeve van [eiser] van ƒ 1.000,-- per dag voor elke dag na vier weken na de betekening van dit vonnis dat Two's Company met de terbeschikkingstelling van de hier bedoelde stukken in gebreke blijft;
- Two's Company toegelaten door alle middelen rechtens, maar vooreerst door geschriften, te bewijzen dat over 1993 vanuit Wenen aan [eiser] salaris is betaald tot een bedrag van ATS 93.080,-- netto en dat in totaal vanuit Londen aan [eiser] wegens salaris c.a. is betaald ƒ 81.353,94, en
- iedere verdere uitspraak aangehouden.
In de zaak met rolnr. 95/564 heeft de kantonrechter bij voormeld tussenvonnis de beslissing van de zaak aangehouden.
Na overlegging van producties aan de zijde van Two's Company heeft de kantonrechter bij eindvonnis van 5 september 1996:
in de zaak met rolnummer 95/459:
- Two's Company veroordeeld om aan [eiser] te betalen de volgende bedragen:
- ƒ 29.900,02 bruto wegens salaris over 1993;
- ƒ 11.504,66 bruto wegens salaris over 1994, met dien verstande dat het netto equivalent van dit bedrag verminderd dient te worden met ƒ 2.214,88;
- ƒ 15.000,-- wegens pensioenpremie over 1994;
- ƒ 8.075,07 bruto wegens niet-genoten vakantiedagen;
- ƒ 134.400,--, vermeerderd met 5% van de winst vóór belastingen van Two's Company Vastgoed B.V. over het jaar 1993;
de bovengenoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding (20 december 1994) tot de dag der voldoening;
- verstaan dat tussen partijen een beperkt beding van non-concurrentie heeft te gelden zoals is geformuleerd in het door de kantonrechter te Eindhoven tussen partijen gewezen vonnis d.d. 4 april 1995;
- bepaald dat partijen de eigen kosten van het incident dragen;
- Two's Company veroordeeld in de kosten van het geding in de hoofdzaak aan de zijde van [eiser] gevallen, zoals in het dictum van dit vonnis vermeld;
- dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
In de zaak met rolnummer 95/564:
- [eiser] veroordeeld om aan Two's Company te betalen de somma van ƒ 42.440,34, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 1994 tot de dag der voldoening;
- [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van Two's Company gevallen, zoals in het dictum van dit vonnis vermeld;
- dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen beide vonnissen van de kantonrechter heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Two's Company heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij tussenvonnis van 21 mei 1999 heeft de rechtbank beide partijen tot bewijslevering toegelaten.
Na enquête heeft de rechtbank bij eindvonnis van 2 november 2001:
in het principaal appel:
- vernietigd de vonnissen van de kantonrechter van 21 december 1995 en 5 september 1996, onder rolnummer 95/459, voorzover daarbij de vordering van [eiser] tot betaling van een bedrag van ƒ 8.075,07 inzake niet genoten vakantie is toegewezen en de vordering van [eiser] tot toekenning van een wettelijke verhoging is afgewezen;
en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
- Two's Company veroordeeld om aan [eiser] te betalen:
- een bedrag van ƒ 18.542,77 bruto (inzake niet genoten vakantiedagen);
- een bedrag van ƒ 2.606,74 (inzake kosten deurwaarder van het beslag);
- een bedrag van ƒ 980,- (inzake griffierecht van het beslag);
- een bedrag van ƒ 12.578,74 bruto (inzake salaris en vakantiegeld in Nederland over 1994);
- een wettelijke verhoging van 10% over de door de kantonrechter toegewezen bedragen van ƒ 29.900,02, ƒ 11.504,66 en ƒ 15.000,- en over het hierboven toegewezen bedrag van ƒ 12.578,74, alsmede de wettelijke rente vanaf 20 december 1994 over de op grond van deze wettelijke verhoging toegekende bedragen;
- Two's Company veroordeeld in de door [eiser] gemaakte kosten van het principaal appel, zoals in het dictum van dit vonnis vermeld;
in het incidenteel appel:
- vernietigd de vonnissen van de kantonrechter van 21 december 1995 en 5 september 1996, onder rolnummer 95/459, voorzover daarbij de vordering van [eiser] tot betaling van een bedrag van ƒ 134.400,--, vermeerderd met 5% van de winst vóór belastingen van Two's Company Vastgoed B.V., over het jaar 1993, is toegewezen en voorzover Two's Company in de aan de zijde van [eiser] gevallen proceskosten van dat geding is veroordeeld;
en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
- deze vordering afgewezen;
- de proceskosten van het geding in de eerste aanleg met rolnummer 95/459 gecompenseerd;
- [eiser] veroordeeld in de door Two's Company gemaakte kosten van het incidenteel appel, zoals in het dictum van dit vonnis vermeld;
zowel in het principaal als in het incidenteel appel:
- bekrachtigd de vonnissen, waarvan beroep, voor het overige;
- dit vonnis, zover het een veroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
Beide vonnissen van de rechtbank zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen beide vonnissen van de rechtbank heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Two's Company heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Two's Company begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 7 november 2003.