ECLI:NL:HR:2003:AM3135
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.B. Fleers
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot betaling door eiseres tegen P & O Nedlloyd B.V.
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.T.R.F. Carli, P & O Nedlloyd B.V. gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam. De eiseres vorderde een betaling van ƒ 280.391,98, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 15 september 1999. De rechtbank heeft de vordering afgewezen in haar eindvonnis van 11 november 1999. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 23 april 2002 de vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Nedlloyd zijn begroot op € 3.381,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.