ECLI:NL:HR:2003:AM2960
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake de verplichting tot voortzetting van onderhandelingen over onroerend goed
In deze zaak heeft Mega Onroerend Goed B.V. (hierna: Mega) verweerder in cassatie gedagvaard voor de rechtbank te Groningen. Mega vorderde dat verweerder zou worden verplicht om de onderhandelingen over de aankoop van onroerend goed voort te zetten en deze binnen een redelijke termijn en op een billijke basis te voltooien. De rechtbank heeft de vordering van Mega bij vonnis van 30 maart 2001 afgewezen. Mega heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 1 mei 2002 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Mega heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering behoeft te worden gegeven wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep van Mega verworpen en Mega veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerder zijn begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 19 december 2003 door de raadsheren J.B. Fleers, P.C. Kop, E.J. Numann en F.B. Bakels.