ECLI:NL:HR:2003:AM2375
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatieverzoek inzake huurrecht en ontruiming
In deze zaak gaat het om een cassatieverzoek dat is ingediend door verzoekers tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Stoutjesdijk, tegen verweerster, die niet is verschenen. Het geding begon met een verzoekschrift dat op 16 april 2002 werd ingediend bij de rechtbank, sector kanton, te Amsterdam. Verweerster vroeg de kantonrechter om de termijn voor ontruiming van een onroerende zaak te verlengen tot 1 maart 2003. De verzoekers bestreden dit verzoek. De kantonrechter heeft op 14 juni 2002 de termijn voor ontruiming verlengd tot 31 december 2002, maar het verdere verzoek afgewezen. Hierop hebben de verzoekers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 31 oktober 2002 het beroep verwierp. Tegen deze beslissing hebben de verzoekers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de verzoekers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van verweerster op nihil zijn begroot.
De beschikking is gegeven door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken op 12 december 2003.