ECLI:NL:HR:2003:AM2375

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/019HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • J.B. Fleers
  • H.A.M. Aaftink
  • O. de Savornin Lohman
  • F.B. Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieverzoek inzake huurrecht en ontruiming

In deze zaak gaat het om een cassatieverzoek dat is ingediend door verzoekers tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Stoutjesdijk, tegen verweerster, die niet is verschenen. Het geding begon met een verzoekschrift dat op 16 april 2002 werd ingediend bij de rechtbank, sector kanton, te Amsterdam. Verweerster vroeg de kantonrechter om de termijn voor ontruiming van een onroerende zaak te verlengen tot 1 maart 2003. De verzoekers bestreden dit verzoek. De kantonrechter heeft op 14 juni 2002 de termijn voor ontruiming verlengd tot 31 december 2002, maar het verdere verzoek afgewezen. Hierop hebben de verzoekers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 31 oktober 2002 het beroep verwierp. Tegen deze beslissing hebben de verzoekers cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de verzoekers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van verweerster op nihil zijn begroot.

De beschikking is gegeven door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken op 12 december 2003.

Uitspraak

12 december 2003
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/019HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1], wonende te [woonplaats],
2. [Verzoekster 2], wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. D. Stoutjesdijk,
t e g e n
[Verweerster], wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 16 april 2002 ter griffie van de rechtbank, sector kanton, te Amsterdam ingediend verzoekschrift heeft verweerster in cassatie - verder te noemen: [verweerster] - zich gewend tot de kantonrechter aldaar en voorwaardelijk verzocht de termijn, waarin de verplichting van [verweerster] om na het einde van de huur van de in het verzoekschrift omschreven onroerende zaak te ontruimen geschorst is, te verlengen tot één jaar, derhalve tot 1 maart 2003.
Verzoekers tot cassatie - verder te noemen: de [verzoekers] - hebben het verzoek bestreden.
De kantonrechter heeft bij beschikking van 14 juni 2002 de termijn waarbinnen de verplichting van [verweerster] om tot ontruiming van het gehuurde over te gaan geschorst is, verlengd tot 31 december 2002 en het meer of anders verzochte afgewezen.
Tegen deze beschikking hebben de [verzoekers] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij beschikking van 31 oktober 2002 heeft het hof het beroep verworpen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof hebben de [verzoekers] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] is in cassatie niet verschenen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de [verzoekers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 12 december 2003.