ECLI:NL:HR:2003:AM2310

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/170HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in civiele zaak over schadevergoeding en aansprakelijkheid

In deze zaak, die op 5 december 2003 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een cassatieberoep in een civiele procedure. Eiser, aangeduid als [eiser], heeft [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch met de vordering om [verweerder] te veroordelen tot schadevergoeding. [Verweerder] heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat [eiser] aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die [verweerder] heeft geleden door de procedure die [eiser] tegen hem had aangespannen. De rechtbank heeft op 14 januari 2000 de vorderingen in zowel conventie als reconventie afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat op 14 februari 2002 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld, terwijl [verweerder] incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot verwerping van zowel het principale als het incidentele beroep. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. In het incidentele beroep heeft de Hoge Raad eveneens het beroep verworpen en de kosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

5 december 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/170HR
AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
incidenteel verweerders,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
incidenteel eiser,
advocaat: mr. J.I. van Vlijmen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie - verder in enkelvoud aangeduid als: [eiser] - heeft bij exploot van 26 februari 1998 verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch en gevorderd [verweerder] te veroordelen aan [eiser] te voldoen de door [eiser] geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
[Verweerder] heeft de vordering bestreden en zijnerzijds in reconventie gevorderd:
1. voor recht te verklaren dat [eiser] aansprakelijk is voor de schade die [verweerder] heeft geleden en nog zal lijden wegens de door [eiser] tegen hem aangespannen procedure in conventie;
2. te bepalen dat [eiser] dient te vergoeden de door [verweerder] terzake geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
[Eiser] heeft de vordering in reconventie bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 14 januari 2000 de vorderingen in conventie en reconventie afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. [Verweerder] heeft voorwaardelijk incidenteel appel ingesteld.
Bij arrest van 14 februari 2002 heeft het hof zowel in het principaal appel als in het voorwaardelijk incidenteel appel het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Voorts heeft het hof in het incidenteel appel het in hoger beroep meer of anders gevorderde afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. [Verweerder] heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt zowel in het principale als in het incidentele beroep tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep;
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris;
in het incidentele beroep;
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 5 december 2003.