ECLI:NL:HR:2003:AL8481
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie in het belang der wet inzake de heffing van vast recht in een renvooiprocedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure ingesteld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad. De zaak betreft een eis tot cassatie in het belang der wet tegen een beschikking van het gerechtshof te Arnhem van 18 februari 2003. Het hof had het verzet van de naamloze vennootschap Gerling Namur Kredietverzekeringen N.V. en mr. Johannes Antonius Maria Pius Keijser, curator in het faillissement van Suned International B.V., ongegrond verklaard. De kern van het geschil was de hoogte van het vast recht dat in rekening werd gebracht in de renvooiprocedure. Het hof had het vast recht vastgesteld op € 4.498,--, gebaseerd op artikel 2 lid 3 sub d van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (Wtbz). De Procureur-Generaal stelde dat het hof het recht had geschonden door te oordelen dat de eis in de renvooiprocedure strekte tot het verkrijgen van betaling van een bepaalde geldsom. De Hoge Raad oordeelde dat de vordering in een renvooiprocedure niet gericht is op daadwerkelijke betaling van een bepaald bedrag, maar op erkenning van de vordering. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en oordeelde dat de griffier van het gerechtshof de wet niet correct had toegepast bij het vaststellen van het vast recht. De beslissing van de Hoge Raad heeft geen nadelige gevolgen voor de rechten van de betrokken partijen.