ECLI:NL:HR:2003:AL8450
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie van een vordering tot schadevergoeding en pensioenuitkeringen tegen Philips
In deze zaak heeft eiser, wonende in België, Philips gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch met een vordering tot schadevergoeding en pensioenuitkeringen. De vorderingen betroffen een bedrag voor de aankoop van jaarrenten en schadevergoeding voor gevolgschaden, die voortvloeiden uit de pensioenregeling van Philips. De rechtbank heeft de vorderingen bij vonnis van 29 december 2000 afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarop Philips incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft op 8 april 2002 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de vorderingen afgewezen.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De advocaat van eiser heeft gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Philips zijn begroot op € 379,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 12 december 2003.