ECLI:NL:HR:2003:AL8429
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest Hoge Raad inzake schadevergoeding door de Gemeente Asten aan eiser
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], de Gemeente Asten gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij hij vorderingen heeft ingesteld tot schadevergoeding. Eiser vorderde een bedrag van ƒ 1.542.043,--, vermeerderd met rente, alsook een periodieke schadevergoeding van ƒ 240.263,-- per jaar tot 2007. De Gemeente heeft de vorderingen bestreden, waarna de rechtbank eiser tot bewijslevering heeft toegelaten. De Gemeente heeft hoger beroep ingesteld tegen de tussenvonnissen van de rechtbank, en het gerechtshof heeft op 17 december 2001 de vorderingen van eiser afgewezen.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij de Gemeente voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het principaal cassatieberoep. De Hoge Raad heeft zich vervolgens gericht op de beoordeling van de klachten die door eiser zijn ingediend, met name over de waardering van een schriftelijke verklaring van wethouder [betrokkene 1]. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de verklaring terecht buiten beschouwing had gelaten, omdat de wijze van totstandkoming van de verklaring niet voldoende betrouwbaar was.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het principale beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 4.607,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 19 december 2003.