ECLI:NL:HR:2003:AL8207
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- J.C. van Oven
- C.J.J. van Maanen
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de Landinrichtingscommissie in cassatie tegen het vonnis van de Rechtbank te Groningen
In deze zaak heeft de Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling "[A]" cassatie ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank te Groningen, dat op 22 januari 2003 was uitgesproken. De Rechtbank had op basis van artikel 217, lid 1, van de Landinrichtingswet beslist op een bezwaar tegen de lijst van geldelijke regelingen. De Landinrichtingscommissie heeft op 19 februari 2003 de vereiste verklaring afgelegd en de betekening daarvan vond plaats op 6 maart 2003. De verweerder heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de Landinrichtingscommissie in haar cassatieberoep. De Advocaat-Generaal Th. Groeneveld heeft op 5 september 2003 eveneens geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de betekening, die volgens artikel 182, lid 3, van de Wet binnen veertien dagen na de aflegging van de verklaring had moeten plaatsvinden, op de vijftiende dag heeft plaatsgevonden. Hierdoor is de Landinrichtingscommissie niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft de Landinrichtingscommissie ook veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van de verweerder, die zijn begroot op € 316,33 aan verschotten en € 1365 voor salaris.