ECLI:NL:HR:2003:AL8206
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- J.C. van Oven
- C.J.J. van Maanen
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de Landinrichtingscommissie in cassatie wegens te late betekening
In deze zaak heeft de Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling '[A]' beroep in cassatie ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank te Groningen van 22 januari 2003. De Rechtbank had op basis van artikel 217, lid 1, van de Landinrichtingswet beslist op een bezwaar tegen de lijst van geldelijke regelingen. De Landinrichtingscommissie heeft op 19 februari 2003 de verklaring afgelegd zoals bedoeld in artikel 182, lid 2, van de Wet. De betekening van deze verklaring heeft echter pas plaatsgevonden op 6 maart 2003, wat de vijftiende dag na de aflegging van de verklaring was.
De verweerder heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de Landinrichtingscommissie in haar beroep in cassatie. De Advocaat-Generaal Th. Groeneveld heeft op 5 september 2003 geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de Landinrichtingscommissie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de betekening, die binnen veertien dagen na de aflegging van de verklaring had moeten plaatsvinden, te laat is geschied. Hierdoor is de Landinrichtingscommissie niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep in cassatie.
De Hoge Raad heeft de Landinrichtingscommissie ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de verweerder, tot op deze uitspraak begroot op € 316,33 aan verschotten en € 1365 voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren J.C. van Oven en C.J.J. van Maanen, en door de raadsheer F.B. Bakels uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 oktober 2003.