ECLI:NL:HR:2003:AL7077
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatieverzoek inzake wettelijke schuldsanering afgewezen door rechtbank en gerechtshof
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, op 13 mei 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Almelo om toepassing van de wettelijke schuldsanering. De rechtbank heeft op 8 juli 2003 het verzoek afgewezen. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 28 augustus 2003 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoeker cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van verzoeker heeft hierop gereageerd. In de beoordeling van het cassatiemiddel heeft de Hoge Raad vastgesteld dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 14 november 2003 heeft de Hoge Raad het arrest gewezen, waarbij het beroep van verzoeker werd verworpen. Dit arrest is uitgesproken door vice-president R. Herrmann als voorzitter, samen met de raadsheren D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.