ECLI:NL:HR:2003:AL7072
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake huurovereenkomst en herstelkosten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 november 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en de Stichting. De zaak betreft een huurovereenkomst die [eiser] had met de Stichting voor een woning in [woonplaats]. [Eiser] had de woning gehuurd voor ƒ 340,90 per maand en was overeengekomen de woning in oorspronkelijke staat terug te brengen bij beëindiging van de huurovereenkomst. Na beëindiging van de huurovereenkomst op 29 februari 1996, heeft de Stichting [eiser] gedagvaard voor de kantonrechter te Heerlen, waarbij zij betaling vorderde van ƒ 32.377,35 voor herstelkosten. De kantonrechter heeft [eiser] veroordeeld tot betaling van ƒ 20.308,16, wat door de rechtbank te Maastricht in hoger beroep is bevestigd. [Eiser] heeft cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het voor een doorsnee huurder duidelijk zou zijn dat de herstelkosten in de orde van grootte van de toegewezen bedragen zouden liggen. De Hoge Raad heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens is de Stichting in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak begroot op € 2.040,63.
Dit arrest benadrukt het belang van duidelijke communicatie en redelijke verwachtingen bij huurovereenkomsten, vooral met betrekking tot herstelverplichtingen en de bijbehorende kosten. De uitspraak biedt ook inzicht in de beoordeling van de redelijkheid van vorderingen in het huurrecht en de verantwoordelijkheden van huurders bij het beëindigen van een huurovereenkomst.